logo

Friday 29th of March 2024

feed-image Feed Entries
Home Over Volendam Woordenboek
Volendams woordenboek
Volendams woordenboek

A
aai ei
AarsAnders
Aajrebaaje aardbeien
AánHein
AasbakHouten hoekwantbak
AaskuulKuil voor het vangen van aas
AasplankPlank waarop aasspleten en aasbak worden gezet
AatjeLaatse deel van de kuil
AàtjeAchttal (bijv. ’n aàtje flippe)
AatjeslijnLijntje tussen aatje en bakentje op de worderkuil
AaatjestoutjeLijnstuk tot het dichtknopen van het aatje
AchterboegieStuurboeg (ijzeren strip met gaten voor het vastzetten van de stuurpen)
AchtertouTouw tussen achtersteven en dwarskuil
‘ad – ‘addeHad – Gehad – Hadden
Aèck en ’n wéaraèkieHaag en oog
AèltoekeOp aal vissen met hoekwant
AèlwáantHoekwant voor de aalvisserij
AérebèiëAardbeien
Af’ouweVoor de wind afhouden
AïzeAzen
AfsnijëBeëindigen van de teelt door het wegtrekken van de vis
‘akie van boordHaak in ’t boord voor de breefok
‘alf jassieKort jasje (Volendams, van na 1950 toen de vrouw in "burger" –kleding ging)
‘alfnaègeltjeHalfronde beschermlat tegen voorsteven
‘alf pleggieAchter de mast verlengd plechtgedeelte
alegheilig
alegàrtbéèldheilighartbeeld
AllegáorAllemaal
‘alleve ‘aringSprot (tweejarige haring)
alliendegalleen
‘alsknopeGouden of zilveren knopenpaar in de boord van het mannen- of jongenshemd
ammáorsteeds, alsmaar
An barrelsUitgeput – Uitermate vermoeid
An brokke`"
An flarde"
An pent"
An vlagge`"
‘àndelseIets naar de hand zetten (handzaam maken)
ÀnieneAaneen
ÀnreigeHoeken aan snoeren steken
ÀnwendersLijnen waarmee oorstokken van de dwarskuil aan boord worden gedraaid
ApetriaterLelijk persoon
ApezakWaardeloos
AppardepoÀ propos – Wat ik zeggen wilde
AppelbloesLicht roze-rode kleur die dikwijls voor de wand in de woning werd gebruikt
AppelepapAppelmoes
ArregewaèreBekvechten – Redetwisten
AsAls
As nóbeùrtAls nooit tevoren
AsseransieOnderlinge verzekering
‘assebassieBorreltje
AsteráantBrutaal
AsvarrekeStoffer van varkenshaar
ÀaùsHaas
 
B
Bake`Eerste merkstok van het hoekwant
Baketje-an-bakeMerkstok volgend op baken
BakkieSchoteltje van kop en schotel /Kop koffie
BaksMand voor het opschieten van bothoekwant
BankieOpstap – Treedoft
BapGrootvader / Opa
An BarrelsAan stukken
BedakkeMeemaken / Ervaren
BeddéèlBeddeplank
BedèiërdGek geworden
Bedoening(e)Romslomp – Gedoe
bedroeftvreselijk, verschrikkelijk
Bedurreve`Bedorven
’n Béèld’n Schoonheid – ’n Knap persoon
BefVoorste gedeelte van het aaltje van de kuil
Begaafd’eidUitslover
Bekke`gaalNetwerk aan de opening van het kuilnet
BeltjeBolletje van wol of sajet boven op de mast
BengeldraèdDraad waaraan een te breiën stuk netwerk wordt opgezet
BelatafeleIemand plagend voor de gek houden
BessieGrootmoeder (van moeders kant)
BeùgerMet hoekwant op de Noordzee vissende botter
BeùnLoopstijger langs de haven
BeùzemstokBezemsteel
Biene`Benen / Voeten
Biene achter ’t koffieliggieMet de voeten op tafel zitten
’n BiertjeEen glas bier / ¼ liter ( bijv. een biertje melk)
Bikkele`Een spel voor meisjes met een kootbeentje van een schaap
BilDij – Bovenbeen
BinneìBinnen / Zijn (bijv. aanwezig zijn)
Binne`brasBreeffokbras aan lijzijde
’n BlaaiEen dom figuur
Blak(te)Windstil(te)
Bláuwe baaiJekker met blauwe voering; voor mannen
Bláuwe rokPlooirok met blauw/grijze en diepblauwe strepen
BlèikBliek (jonge haring)
BlempieStrak zwart jasje voor de Volendamse man
BlemptZie Blempie
BlikDunne verzinkte plaat
BloedraadVisserscommisie die toezicht hield op de aanvoer van garnalen
Blóot gatNaakt
Blóot goedOnderkleding
Blóte kouse`Op kousevoeten – Ongeschoeid
BochtHoofdlijn van het hoekwant
BochtstokStok met drie vlaggetjes, gebruikt bij het hoekwantschieten
BòèdBode – Boodschapbrenger bij familiegebeurtenissen
BoeiTros kurken
BoèveBoven / Bovenwinds (te loevert)
Boève`rúpReep langs de bovenkant bij de opening van het kuilnet
BoèveìstokBovenstok bij het uitzetten van de breefok
BoèveìzijdBovenzijde van het kuilnet
BoezelZwart wollen boezel met gekleurd bovenstuk
BofferdDikke pannekoek
BokkemáandMand om garnalen in te lossen
Bokkum’angHaringrokerij
BolBrood
Bolderde fokLicht gereefde fok
BollebofGeluksvogel
Bolle bùissiePoffertjes
BombróodOndersteuning voor vissersweduwen
BondjeKatoenen schort met blauw/grijs en/of oranje streepdessin
BonkGrote knikker / Brok (bijv. in de keel)
Bóom’ulBoomhul (oud model hul met platte kap en afhangende kant. Tot ± 1900 gedragen)
BóoterIemand die met een roeibootje hand-en spandiensten verleende aan de vissers
De BorDe Hik
BorgVersterkend lijnstuk langs de reep van het kuilnet
BotbeùgHoekwant voor de botvisserij
BotbeùgerVisser die met botbeùg vist
BotkoperSchip dat op zee de vis opkocht
BottertjeKlein mandje
Bottekoe`Met hoekwant op bot vissen
BrádjeBolletje stopwol (zwart voor kousen en truien, rood voor baaien en hemden)
BràsLijn aan de breefok
BrásemEigenwijs of verwaand persoon
BréèfokRazijl, gebruikt bij kwak- en wonderkuilvisserij
BréèfokkevalLijn om de breefok te hijsen
BrègBrug
BrèidoekOud model schouderdoek (gebreide driekantige doek, over schouders gedrage met de punten onder de boezelband, tot ± 1920)
BrillejoekerScheldwoord voor brildrager
BroederJan in de zak (meelgerecht dat met boter- en stroopsauce werd gegeten)
BroederzakLinnen zak waarin ‘Jan in de zak’ wordt gekookt
BròèkemStrook zeildoek, rond de mast en op de plecht gespijkerd
Brokkie fokGedeeltelijk gehesen fok
BùikieDiepste deel van de onderreep van een kuil
BùiteìbrasBras aan loefzijde
BùissieGewatteerd jasje (geen Volendams kledinngstuk)
Bukke`Smokkelen
Burger’artGezouten en licht gerookte haring
BurrieDraagbaar waarop touw en netten werden vervoerd
De BusDestijds een particuliere ziekenverzekering van de huisarts
’t BussieArmenvoorziening
ButterBoter
Butter en éeck dóopSauce van boter, azijn en peper
ButtertijnPlat houten vat met handvaten en deksel waarin koppen weiboter werden vervoerd
 
C

C

CoesjoeCachou (een plantenextract dat als taanmiddel werd gebruikt)
CompejieVlootverband van 30 à 40 botters ( van Compagnie)
 
D
DaanGedaan
Dagtoeke`Hoekwant van dezelfde dag schieten en halen
DassieWollen shawltje, door de vrouw over de schouders gedragen
DavitLaantaarnstandaard op de voorsteven
DéukèAfdichting van de brun
DemeéAanstonds – Straks
DèrgeWeke gronden langs de Noordzeekust
DéusieRond biskwietje
DienderPolitieagent
Dijer-DijerementBillen (?) (bij straf: klap op je dijer…)
dikker ontbijtkoek
DikketonDukaton (oud zilveren munt)
DikkoppieGrondel (vissoort)
Dik waterWater, door de golfbeweging, vermengd met losgewoeld slib
DirkKraanlijn van het zeil
DochtGedacht
DoèkWollen omslagdoek
Doèke’Gedoken
DoeneDoen – zijn aan ‘t ……
DoenedasieBemoeienis
DoesWollen hoofddeksel voor jongens (soort petje zonder klep)
DolAchterste pen in het boord
DonderstienDeugniet
DóodlóofErg vermoeid – Bekaf
Dóod van lóofteDoodop
Dóods’óofiePokhouten kous waaromheen touw is gesplitst
DóodsverkòeteErg geschrokken
DóopBotersauce
Door’ale / Dujr'alePlagen – Tergen
Doorslage’waterZie: Dik water
DossigIn de war geraakt lijnwerk
Dréile`Vloerdelen van de kooi
DrielingGroot slag botter
DriffieKorte streek met de kuil
DrijklampKlamphout waarin de kwakboom steunt, wanneer deze buiten boord is gedraaid
DrijflijnLijn van eind kwakboom naar oortouw van de kuil
Drijf’outjeKlos hout tussen zwaard en berghout
drokdruk
drokte makeherrie maken
Dróogd skartjeGezouten en wingedroogde schar
DróogwaterSoda
DrotteligKinderachtig
Dubbele SkóetExtra schoot bij het grootzeil van grote botters
Dunne dóekOp zon- en feestdagen gedragen tullen shawl,in driehoek gevouwen en over de schouder en kralap gedrapeerd
DúukTe bed
DwáalDweil aan stok / Losbol
DwáalspèikerVijfduimer (grote spijker)
DwarskuulKuilnet waarmee dwars vooruit drijvende wordt gevist
DwarstouwZie: Koptouw
 
E
‘ebbertHebberig persoon
EéckAzijn
‘eftHeft / Obstakel op zeebodem
E’geel nietIn ’t geheel niet
‘EiëHeien
ÈieresNou-nou
Èige`volkFamilie
‘ekHek
‘ekkieScheerhoutje van de windvaan
‘élegaorHelemaal
‘élegoar bedroefdVolkomen hopeloos
‘élegoar bedurreveUitgespeeld – Volledig onthand
‘élegoar goarDoodop
’n Endje make`Wanneer twee hoekwantlijnen elkaar doorsnijden bij het halen
‘émelsHemels – Goddelijk – Verrukkelijk
‘érculesV-vormig lijnstuk / Balansweegschaal
‘éugelKetelhaak boven een open vuur
‘t ‘éule’opie alAlles bij elkaar
Éuters’emEtershem
‘èwweHebben
 
F
FáalDweil
FlippieZacht broodje – Kadetje
FlóokVluchtig
Fniese`Niesen
FokkevalLijn tot hijsen van de fok
Fráanse kuulZie: Vleugelkuil
FrokkieKinderhemdje
 
G
GáalHet gebreide deel van een net
GáipGeep (vissoort) / Lang mager persoon
gáipegapen
GallegeBretels
Galjáoèns ‘ouweUitgebreid de bloemetjes buiten zetten – De zaak op stelten zetten
GangHalve maas / Strook halve mazen van een gebreid stuk netwerk / Loopplank / Aasplank
GankVlug –Snel
GangsieEven vlug
GáotemetielMetalen schaal met gaatjes die voor vis- en aardappelmaaltijd wordt gebruikt (zijn vervaardigd van: koper met vertinde binnenlaag, gegalvaniseerd zin of emaille). Zie ook: Gáoteptiel
GáotepetielAardewerk schotel met gaatjes die voor vis- en aardappelmaaltijd wordt gebruikt (vervaardigd van: groen of bruin geglazuurd Makkummer aardewerk en tegewoordig ook in Volendams aardewerk). Zie ook: Gáotemetiel en Petiel. In Volendam komen beide woorden voor, in o.a. Marken en Enkhuizen alleen Gatenpetiel
GarnGarnaal – Garnalen
GarnkousieLeuvertje aan achterlijk van het grootzeil
GarnkwakBotter die met kwakkuil op garnalen vist
GarnkwakkeMet de dwarskuil op garnalen vissen
GarnpellèGarnalen pellen
GatZitvlak – Billen
GattevloedersDe minste visser van de vloot
GedallastGehandicapt – Belemmerd
Gèi(tje)Gereefde fok
’n Gekke’uisUitzonderlijk – Tegen de regels in
GenáachtGoede nacht – Wel te rusten
Gezòend’eidOnderkleding van de man tot bescherming van de lende (gemaakt van blauw/grijze keper met oranje schouderbanden)
GienGeen
Gien grimmessie na de luchtGeen vuiltje aan de lucht
GienienNiemand – Niet één
Gien mins méèrAan het einde van de krachten zijn
Gíeuwe gouwtjeBergplaats: onder de schuinte van het dak
GlisseGlijden
Gnap (Gnappies)Netjes
GnokkeErgens naar verlangen
Góde van de vlóotDe beste vissers van de vloot
GoedKleding
GordijnLijnstuk tot het opvangen van de fok bij het door de wind gaan
Gouwe slotRechthoekige gouden sluiting met zijstukjes van de drie slagen kralen,door de vrouw gedragen
GrafKerkhof – Graf – Begraafplaats
Groene wolEen zeewiersoort
GroenkousVisserman (zout water maakt zwarte sajettenkousen groen)
GróoskGrootsig – Hooghartig
GrótemanseUitsloven – Stoer doen
Gróte polZware dekenpoten, tot steun aan het boord, bij de plaats waar de kwakbomen er op steunen
GuffieScheutje
 
H

H

HIs stom in het Volendams dialect

Zie A

 
I
IenEén
Ien kéer in de teeltZelden – Een enkele keer
Ientje begèst make`Iemand beïnvloeden / Edelmoedig gebaar maken (Frans: Beau ges’te)
‘ier – ‘ieroAlhier
‘ijHij
‘ijse`Hijsen
In complotDe snelste botter van een ploeg brengt de gezamelijke vangst naar de afslag
In dosIn de war (zie: Dossig)
InbakkeIn manden opschieten van de lijnen gedurende het halen
Ingelse kuulKuil met uitgesneden onderzijde
‘InkelEnkel (trechtervormig netje in fuik of kuil om terugzwemmen van vis te voorkomen)
‘inkele`Hinkelen
‘inkelepinkMank persoon
InspèizieSpeciaal
IpokonterAansteller / Hypochonder (zwaarmoedig persoon)
‘ittepetitBedrijvige vrouw
 
J
JagerGrote kluiver (kluiffok)
JakVrouwenjack van blauw katoen met streepjesdessin
’t Jak anDronken – Zwaar in de olie
JáodikJa – Vanzelfsprekend
JasInwoner van Volendam, niet van Volendamse afkomst en niet in kostuum lopend
JoekelEen naar verhouding groot voorwerp
JuìjeLos wrikken / Strak trekken van hijstouw
JukkeJeuken
JurkKledingstuk voor baby’s en meisjes (baby’s met pofmouwtjes, meisjes met strakke mouw). Voor 1930 ook voor jongetjes tot 3 jaar en oude vrijsters
 
K
KáansflesFles met 1 liter inhoud
KáantKanten strook van de hul
De Káant ofOp de grens van zachte grond bij het vissen
KáarKist met gaatjes of met geperforeerde zinken plaat bekleedde kist om vis in leven te houden
Kakke tetaaiAansteller
KakkóoieBij dooi over ijsschotsen lopen
KakstoelDichte houten kinderstoel
Kalot (klot)Oud model ondermuts (zonder punt)
KanLiter
KaperGebreide wintermuts voor meisjes
KappetorisBoekband
KarpoesZie: Ruige muts
KarrewasZwart wollen shawl voor de man
Katje-Stoele-maaiëGedragen worden door twee personen op ineen gevouwen handen
KattedoesHoofddeksel voor jongens van een eenvoudige bontsoort
KattekopBoeglantaarn / Katrol zonder beslag
KattestáèrteDonkerbruin waterplantje
KeèlZie: Inkel
Kèik-usZie eens
KèindKind
KèinderslotjeZilveren sluiting met zijstukjes van de drie slagen kraaltjes door meisjes gedragen
KespRuimte tussen bunspanten
Ketting en balZilveren verziering aan de smalle revers van het mannenblempje
kikkers kijk eens
Kistere-kastereLaten afketsen (bijv. platte steen op het wateroppervlak)
kit-tan kijk dan
KladdegatSmeerpoets
KladdigSmerig – Vuil
KláòreKlaren – In orde brengen
KláòrbakHouten vissorteerbak
Kláòr waterHelder water
KláòrzakZakvormig net op vis in de bun te bewaren
KlapstikkeZilveren broeksplaten (van oude munten) tot afsluiting van de broeksklep / Verticale houten schotten waarin de kwakkerol draait
KlassiaanKoloniaal
Klèine polInhouten van een Volendamse botter, voor op de dekens, tegen het beschot
KletjeZwart wollen vrouwenjakje, waarin de kralap wordt gedragen
Klip’aakHaak met verende vergrendeling
KlisnatKletsnat
KlissieHouten blokje op bouwvloer om profiel tegen te stellen
KlòekeStukje oogvuil
KluivervalVal om de kluiver te hijsen
KlussieKarweitje
KluweneOp kluwen winden van garens of katoen
KneùvelTapse houten pen
KnotStreng katoen of garen
koal slechts, alleen maar
KoègelKogelgewicht, gebruikt bij de kuilvisserij
KoèkertjeIjzeren bus tot bekleding van een gat in het hout
KoèkieKoekje
’n Koèkie áèreappelEen maaltijd aardappelen
KoèkieguffeKnikkerspel met een kuiltje in de grond
KoèksCokes
KoèntDe jongste aan boord
koéperkoper (metaal)
KoesjoeZie: Coesjoe
KoezelekaantjeHouten wieg
KokzieZie: Bokkemáand
KolHelderziende vrouw
KombaèrsDrie of vier aan elkaar genaaide dekens, zoals deze aan boord worden gebruikt
KomfoorAardewerk pot waarin met kooltjes voor voedsel warm werd gehouden
Konkelefoese`Konkelen – Knoeien – Intrigeren
KonseltjeDrijfbaken
KonseltouwtjeLijn van aatjeskrop naar het konseltje
KóopskuìtZie: Koopbotter (botter die buitengaats vis opkoopt)
KóperZie: Koopbotter
KopMaathoeveelheid van ± 1 liter (i.p.v. 1 kg kocht men 1 kop erwten,meel enz.)
Kop en bakkieKop en schotel
KoplampieKlampje achter de zwaardkop op het boord gespijkerd
Koppe`Vis die met de kop door het netmaas heen steekt
KoppetjeZie: Dóods’óofie
KoppieKop koffie
Koppie butterRol wieboter van een pond
Koppie mit ’n róompieKop koffie met room van afgeroomde melk
KoptouwLijnstuk om twee met de wonderkuil vissende botters op afstand te houden
KorSchrobnet
KorderMet de kor vissende botter
KorgarenDik garen waarvan de Noordzeekorren gebreid worden
KorrieTrekwagentje met wielen van oude katrolrollen
KostbaasLeverancier van victualiën
KraagVoorste gedeelte van het aatje
Kraamvaère`Bakeren
KrálapFraai gekleurde borstlap tot opvulling van de uisnijding van het kletje
KráleDe drie slagen kralen als halsversiering van de vrouwen (bij voorkeur bloedkoraal)
KreìteHuilen
Krèk zoPrecies zo
KrikkemikkigOverdreven precies
KróosduìkerSlome duikelaar
KropBruinbrood / Achterste gedeelte van het aatje
KrulKop van het roer
KuulKuil (zakvormig visnet)
Kuul’outDwars van de botter uitstaande boom om de dwarskuil open te houden
KuultouwLijn waaraan de kuil wordt gesleept
KullekieKuiltje
Kullekie pikkeKnikkerspel waarbij op afstand in een kuiltje gemikt moet worden
KurrevenissieBus van gegalvaniseerd metaal met een trechtervormig deksel, gebruikt bij het tellen van haring (men telde per worp van 4 haringen, 50 worpen was een tal van 200 haringen). Na 50 worpen werd 1 haring in het kurvenissie geworpen
KuulderMet de wonderkuil vissende botter
KwakGrote Volendamse botter
KwakboomBoom tot het uithouden van de kwakkuil
KwakkerolLiggend spil om de kwakkuil binnen te draaien
KwakkuulKuilnet, open gehouden door twee van het achterschip schuin in het water gestoken bomen
KwatpotKwispedoor
Kwatte`Spuwen
 
L
LáafnetGroot soort maalnet
LáandmerkTwee kustpunten in één lijn
LáandsknieHorizontale knieversterking achter de waterbalk
láaw leeuw
LaègRij afgemeerde botters / Rij in ’t zand gelegde geaade hoeken
LakmuilVolendams vrouwenmuiltje
Lang gien ‘eilig’artbéèldBepaald geen schoonheid
Lang gien vetpotZuinige bedoening
Lange dunneOndermaatse aal
'n lap zetteeen nummertje maken
Last ’àeringe`10.000 haringen(50-tal van 200 stuks)
Lau-lauèEen week voor de kermis (voor 1950 begon de kermis de laatse woensdag van september) tork de Volendamse schooljeugd, het Lau-Lau-lied zingend, de Purmer in, waar zij van de boeren het afgevallen fruit kregen
LazerstraalDeugniet - Kwajongen
LegetBand met zwart/witte motieven lang de uitgesneden kralaprand van het kletje
LèitLiggen – leggen – gelegd
LéringKatechismusles
LessieRestje voedsel
LèugesLeugens
LiegebelLeugenaar – Jokkebrok
LiendGeleend
Liene`Lenen
LierdraèdStaaldraad waarmee de dwarskuil aan boord wordt gedraaid
LìjermanVaartuig dat bij de wonderkuilvisserij aan de lijzijde ligt
De LijnAfbakening van de voor de gaand wantvisser verboden gebieden
lik lek
'n likkie een lek, een gaatje
LitPlatte mand voor 25 kg garnalen
LoefWindzijde
LoevermanVaartuig dat bij de wonderkuilvisserij te loevert ligt
Te LoevertAan de loefzijde
LògiesVooronder
LóperGlijdend gewicht op een kuiltouw
LóofLoof – Vermoeid
LóosLoods – Pakhuis (soms ook Werkplaats)
LurikLeeuwerik
 
M
MáadMeid
MáalnetSchepnet met rechte steel
mademeiden
Mále`Met schepnet vis uit de bun opscheppen
MannemuilGrof lederen muil
MatjedoorsDe beste vissers van de vloot
Mèirozie’s zinge`Eindelose ballade’s zingen in een licht beschonken toestand
Mèisie / MaasieMeisje
MemMoeder
MetorMotor
MiddelZie: Gezondheid
Mie annéme`Aannemen in de kerk – Eerste heilige communie
MikRoeidol
MinsVrouw
MintjePil – tabletje
MitMet
Mit de vlag voorúitVoor de wind
Mit ’n tillend bientjeOpzien tegen een officieel contact
MoeretergGemene plaaggeest
MoetLidteken
MofGebreid armstukje (bij koud weer door de vrouwen over de onderarm gedragen)
Mokke`Vis in stukjes snijden
Móle`Hulpwerktuig bij het opkluwen van garen of katoen
MoordkuulZie: Wonderkuil
mot motte verstoppertje
MuissieMerkteken op een lijnstuk
Muìle`Zie: Lakmuil en Mannemuil
MuuwMeeuw
 
N
NachttoekHoekwant dat een nacht in zee blijft staan
NàgNog
NàéldNaald
Nái – náinikNeen
NakentNaakt
NavameBoven water halen van gekruiste hoekwantlijnen
NerregesNergens
NestKleine vissoorten en krabbetjes, die aan de afslag niet verhandelbaar zijn en als eendevoer worden verkocht
NestbunEen van de bunruimen waarin nest werd bewaard
NetteboeterNettenhersteller – nettenbreier
NóomOom
NunSpeen
NuuwNieuw
 
O
oaref anderhalf
oarsanders
‘obbeleVaartuig in slingerende beweging brengen om vis in leven te houden
‘obbelskùitType vaartuig waarin Amsterdamse visventers hun vis vervoerden
OebeRuimte tussen twee beugen hoekwant
‘oedjeStrooien hoedje met rand van gebloemde stof (werd vóór 1930 op hoge feestdagen over de hul gedragen)
Oejasse kapitaalVeel geld (waarschijnlijk van niet Volendammers)(Zie: Jas)
‘oekVishoek – Vishaak
‘oekeneWelke – welk soort
‘oekiesburdjeHoekconsole
oèlie olie
oèndhond
oènderonder
Oender ien vlagIn één jaar
OendermusZwart puntmutsje, aanvankelijk alleen onder hul gedragen
OenderpeesZie: Oenderreep
OenderreepReep langs de onderkant van een kuilnetopening
OenderstokOnderste stok tot het uizetten van de breefok
OenderzijdEén van de twee zijden van een kuilnet
oèverover
Oever’angeHet eten opzetten (voor ± 1910 werd de maaltijd vaak nog boven open vuur gestookt
Oever’opigIn de war – Onrustig
Oever’oreOverhoren
OevertaagOverstag
Oeverzeile`Terugzeilen naar het beginbaken van het hoekwant
OeverzijSlagzij – Scheef
ofaf
ofmakeopschieten
ofslikkeaflikken
OftigVaak
‘ollándse kuulKuil met recht gebreide boven- en onderzijde
Om malligOm de aardigheid – Zonder beloning een wedstrijd of weddenschap aangaan
‘ompelepompelAan de klomp vastgeplakte sneeuw- of modderkluit
‘ompelepompeligPokdalig
OmslagdòekWollen omslagdoek voor de vrouw met groot ruitmotief
‘ooigatStijve rug
‘oopies béuterVeel beter – Stukken beter
OórHoekstuk van een kuilnet
Ooringe`In Volendam droegen de vrouwen filigrain gouden oorringen met bolletjes en de mannen eenzelfde ring met een ankertje
OorskotTussenschot van de bun
OorstokBalkje in de opening van een kuilnet
Oortouwv-vormig lijnstuk aan een oorstok
‘oosPlaats van eenvaartuig waar binnengekomen water overboord wordt gehoosd of gepompt
OoitjeGrootmoeder van vader’s kant
Op blóot gatOngekleed – Naakt
Op blóot goedIn onderkleding
Op blóte kouse`Op kousevoeten
Op de lijDe kwakkuil halen zonder de breefok te strijken
Opperdam zeile`Naar een bovenwinds gelegen punt zeilen
Opréupe`De repen aanbrengen
Op rippetisieHet uittrekken van de vis met de troom mee de zuiderzee in
Op risico bouwe`Zonder opdrachtgever een schip op stapel zetten
Op stondDirect – Meteen
Op tariefAanvoerbeperking op garnalen (vóór 1920)
Op ’t záitjeIn verband met de golfslag op het juistemoment ophalen van tuig en ankerkabel
Op uurVast knechtsloon
OpzetBegin van een te breien stuk netwerk
OpzetboeiselVerhoging van een boegsel
OpzetteìHet breien van de eerste rij mazen van een stuk netwerk
‘orlósiHorloge
‘orrelbienHorrelvoet
Òrt – òrteErwt – Erwten
ÓtemetóotGewichtig persoon
Oud bessieOude afgeleefde vrouw
 
P
PaèrdestaèrtPaardestaart
PaèrdewitPaardebit
Palleme`Langs gestrekte arm lijn binnenhalen
PallemLengtemaat langs de arm
ParrekemotOdeur (reukwater met bloemgeur, werd in Volendam per cl. Verkocht)
ParlefinkerBotter van een ploeg die de gezamelijke vangst naar de markt brengen / Visser die kwakken en aaltoeken combineert
PéulPeluw – Onderkussen
PetentskijfSchijf van een blok (katrol) met naaldlagers
PenIjzeren pen door het boord om lijnen op te beleggen
PerkStrook netwerk in een kuil van één maaswijdte
’n pikke…Een actieve (felle) … (visser, boer bijv.)
PetielPlaten schaal of schotel
’n pisie (Piessie)Een klein beetje
PietlutterigKleinzielig – Pietepeuterig
PietjeTante
PijbróekVolendamse mannenbroek van dezelfde zwarte stof als een monnikspij
pikpek
PisbloemPaardebloem
plákanneverstoppertje
PlatkopSchouw, scheepstype (Zie ook: Spekbak)
PlatlóodPlat stukje lood, langs de onderreep van een kuil geklemd
PluffieKlein schepje vis uit de kuil
PlukkeAnsjovis van kop en ingewanden ontdoen
PódStukje neusvuil
Pòddeblare`Grootbladig onkruid
Pòddeslikke`Uit de neus eten
PoestigKort aangebonden – Driftig
PôggePudding
PolkabaaiOorspronkelijk zomers jasje voor de Volendamse man, van katoen met rode en donkerblauwe streepjes (werd in de broek gedragen)
PorsieKnechtsloon, gebaseerd op percentage van de besomming
PrikkebìjterJongen die bij het azen van de kabeljauw van de prikken (aasvisjes) de kop moet afbijten
PrutjeKop opgewarmde koffie
Púle`Eenden
PúleìboerEendenhouder
Pulleke`Peuteren
’n PumpieEen klein stukje
PuntdóekZie: Breidoek
PusPuts – Scheepsemmer
Puur bedaktVeel meegemaakt / Lichtelijk aangeschoten
 
R
RaajRa van de breefok
RaampostVensterbank
RáánsieRandje haar in de nek, voor ± 1940 onder de hul gedragen
raasreis
’n RàgEen strop – Nadeel
RàggèErgens ruw mee om gaan / Wrikken
RaggelSlijmerig speeksel
raze reizen
RègRug
RègbánkAanrecht
RéupReep (versterkend lijnstuk rond de opening van een kuilnet)
RiebelRoyaal
RifReef
RifzeilGereefd grootzeil
RìjerOude zeeuwse 3-gulden munt (wordt o.a. in Volendam als broeksplaat gebruikt)
RijgerLijn aan de ring op de (voor-) overloop gesplitst
RoazeKrijgertje spelen / Tikkertje
RoèdeìRommelen
RoeiklampLangs de kwakboom gespijkerde lat
RòendbouwNa de afsluiting van de Z.Z. ontwikkeld scheepstype (ook Rondkop)
RoèndkopZie: Rondbouw
Róod baaiRooden baaien hemd voor de visserman
Róoie rokBij feestelijke gelegenheden gedragen plooirok, waarin op witte basis een zestal kleuren zijn verweven
RóopWaslijn van twee-strengs touw (de was wordt tussen de strengen geklemd waardoor knijpers overbodig zijn)
RóopstokStok tot opzetten van de waslijn
RóveìKnotten garen of katoen
Rùige musWinters hoofddeksel voor de Volendamse man. In Urk vervaardigde bondmuts met groene strikjes aan de achterkant (alleen bij rouw zwarte strikjes)
RúimEén van de compartimenten van de bun
RúimdesselLuik tot afdekken van de bun
Rustklamp

Klamop waarin de kwakboom

binnenboords ligt

 
S
SabelKleine stroop-taai-taai in sabelmodel
SammejoekerSchobbejak
SéùneZenuwen
sèunes's zondags
sienerslaat eens zien
SintermartusveùgeltjeLampion
SjortouwLijn waarmee de kwakboom boven water werd getrokken
SkaèrSchaar
SkaftSchacht van een anker
Skakelgáere`Garen waarvan de haringschakels gebreid werden
SkammerottigVerwaarloosd – Slordig (van: schaam me rot?)
SkandeleseertBeschadigd
SkandaligOngepast – Onbehoorlijk
SkarSchar
SkarreláerMan die met een roeibootje materiaal tussen wal en botter vervoert
SkarremaaiëVoorwerpen met een slingerbeweging verplaatsen (uitdrukking uit de bouwwereld)
SkarremaaiërRatel
SkarreminkelScharminkel (lang en mager persoon of dier)
SkavotjeOpbergruimte in het vooronder
SkedielPokhouten hulpmiddel bij het nettenbreiën
SkellingSchelling (munt met een waarde van 48 duiten en later 30 centen)
SkielHoutje waarover gebreid wordt en dat door de omtrek de maaswijdte bepaald
SkieligScheel
SkieteIn zee zetten van want of netten / Gedeeltelijk laten zakken van het grootzeil
SkìjtbliekNa de ansjovistijd snel gegroeide jonge haring
SkikSchik – Plezier
SkobbejakSlimme schurk
SkobberdebonkKlaplober
SkoenSchoen
SkoengespZilveren gesp op mannenschoen
SkoerSchouder
SkoerspeldZilverend speld (met Zeeuws knopje) tot vastzetten van het schouderstuk van het kletje
SkóetjeKlein langwerpig brood
Skoevelinge`Schaatsen met brede ijzeren krul aan de voorzijde
Skokker troetGerecht van meel en water (werd met een boter- en stroopsauce gegeten
’t Skompus werrekeUit de naad werken
Skóot in de boutOnderste blok van de grootschoot te loevert brengen
Skoppele`Schommelen
Skorre gròendGrond waarop een laagje schelpen ligt
Skorre zeiltjeVoor beschutting uitgelegd grondzeil
SkortSchort
SkótebáandIjzeren band om de giek waarin het schoten blok hangt
SkóteblokBlok van de schoot
SkouwSchouw – Platte schuit
SkrapAfbetaald – Gelijk
Skráwe`Schreeuwen
SkráwleùlikSchreeuwer – Druktemaker
SkrikpoeierSchrikpoeder (destijds verkocht door de apothekers-assistent Jan Bol. Wit poeder was normaal, terwijl voor ernstige gevallen rood poeder werd gegeven)
SkrilSchril
SkroèkMager
SkrobbéuringTerechtwijzing – Uitbrander
SkroètjeSchrootje (strook tulen tussen het kant en de kap van de hul)
SkrokSchrok – Gulzig persoon
SkùifbóomVaarboom
Skùilevinke`Verstoppertje spelen
SkùiveVaartuig met vaarboom voortbewegen
SkurrekeSchruken / hard wrijven
SkuttelSchotel (geen schoteltje, zie: Bakkie)
SláepmusLang gebreide muts met verschillende gekleurde strepen (tot eind 19e eeuw in gebruik)
Slappe derrieSlib – prut
SletjeBabbelaar (zoet snoepje)
SléùpLengteverschil van lijnstukken tussen onder- en bovenreep
SlikbekSnoeper
Slik – slikkieSnoep – snoepgoed
Slikke`Snoepen, Likken
SlingeringBlanke kantkoek
SlobberePootje baden
SloeriebelSlons
SlokkieBorrel
SlortLuïer
SlowaakEen tot vleugelkuil vermaaakte Engelse kuil
Sluuf – Slufie1/8 knot wol of katoen
SmakSt. Nicolaas cadeaus
SnaartjeSchoonzuster
SnakkerFris
SnéùstokBalkje tot spreiding van het einde van een beug,haring- of ansjovisnet
SnijèZo hoog mogelijk aan de wind vissen
SnoerZijlijn van het hoekwant
Sociale wantRond 1890 ontwikkeld nieuw soort hoekwant
Spèige`Vomeren – Braken
SpekbakSchouw (ijzeren scheepstype dat na de Z.Z.-afsluiting veelal oude botters verving)
Spek naèr mái toeVolop voorraad hebben – vooruit kunnen
Spekkie Zacht snoepje
SpéutSpeet (houten of ijzeren staaf om vis aan te roken)
SpierewumpeleJongensspel met 2 straatklinkers en 2 eiken stokjes, welke op 10 verschillende manieren vanaf de stenen weggeslagen kunnen worden
SpléùtVoorwerp tot opzetten van de haken bij de hoekwantvisserij – Spleet
Spléùte`Ontwarren en op spleten zetten van vervist hoekwant
Splét’outjeAfdeklatje van een spleet met haken
SpoelBreinaald voor netten
SpoormàndjeRieten reismandje met twee halve deksels, scharnierend aan bovenzijde
SporDraadlus waarmee een aantal mazen aan gaal of reep wordt verbonden
Spouw- en klóofgangDubbele gang in het aatje van een kuil
SprotJonge of halve haring
SpruuwSpreeuw
SpulCircus
SpullekiekieKijkdoos
SpulletjeSpelletje / beperkte inventaris
De StadAmsterdam
StatiefTreeft – drievoet
stékeràepKoolraap
StelHaak met snoer van het hoekwant
StenneKreunen –Steunen
Stéùle`Minderen bij het breien van netwerk
StellingVerhoogde vloer in Volendamse botter
StienSteen
StientoutjeLijn tussen stok en stenen tegengewicht van het hoekwant
StigtErgens zin in hebben
StikBoterham
StikkezakkieBoterhamzakje
StikkendStuk – Kapot
StofblakTotaal geen wind
StóomMotorvermogen van eenbotter
StóomfietsMotorrijwiel
StóompieMachinaal vervaardigde hullenkant
StosVerbeelding
Streept blempieGestreept katoenen onderkleding voor mannen
StréùkTrek met de kuil
Stróok ‘ouweGedragslijn volgen
StrìjkbèugelSchepnet met kromme steel
StrìjkieMet schepnet vis uit de bun scheppen
StrikPlatte knoop met eenlus in het ene part
StropperIn hoekwant verstrikte paling die bijna gestikt opgehaald wordt
StufVlakgum
Stut – stutteRondjout om zeilen uit te zetten
Sulle`Bij licht weer met de dwarskuil vissen / Glijden

 

 
T
TáertjeTaartje – Gebakje
TakelingOmwoeling met takelgaren aan touweinde
Tal200 haringen = 50 worpen van 4 haringen (Zie: Last)
Tal’outGeschild eiken hakhout (werd per bos, o.a. door turfschipper Teekman aangevoerd)
TáosiesKopspijkers (voor stoffering)
TéèkBeddetijk
TéètHuur
TemetBijna
TèngDubbel gedraaide uiteinde van de bocht van het hoekwant
TielWandbord (Zie: Petiel)
TijnPlat vaatje (Zie: Buttertijn)
TochtLijn van voorbolder naar snoekbaarssleepnet
toekbeet (met vissen)
ToekeMet hoekwant vissen
ToekerKleinde Volendamse botter
TokkieTukje – Kort slaapje
Tol’uisliggersVóór ±1918 bij het Tolhuis te Amsterdam Noord in vissershutten domicilie houdende visventers (G. Vlak was de laatste hut bewoner aldaar)
TóonTeen
TóneklapperRubber vingerbeschermers, zoals deze in de bouw werden gebruikt
TrammelantHet deel van de visvangst dat de visser bij de verkoop toegeeft / Moeilijkheden
TréèdoftOpstap
TréèfalieHorizontale steunbalken van de beun
TroetMeelspijs
Tui-drègLichte dreg
Tùil-üittùile`Een grens bepalen wanneer iets uit de hand dreigt te lopen / Uitrazen
Tuftoffee
 
U
‘ÙidHuid
uijrappelaardappel
‘ÙirlujDie mensen – Die familie
ÙisOns
‘ÙisHuis
‘Ùis’uurHuishuur
Ùit’ale`Losmaken van een knoop
Ùit’ouwerLijn waarmee de kwakboom uitgehouden wordt
‘UlHul
‘UrluiHun – Aan hen – Voor hen – De anderen
UsterKlomp
UtsUitdrukking bij schrik of verwondering
Ùitpotteretére`Portretteren / Model zitten voor schilder o.i.d.
Ùitskiete`Plotseling uitschieten van de wind
Ùistèke`Peilen naar diepten en grondsoorten met haakstuk
Ùittaste`Zie: Ùitstèke`
 
V
ValHijslijn van het zeil
VameìLangs de arm uitmeten van een lijn
Van bóve` néèrVan N.O. naar Z.W. vissen – de Lemmer koers (de kant) af vissen
VanloseVollenhovers
Varrel¼ el = ± 17 cm / ¼ liter (bijv. een varrel melk)
Vergange`Verleden
Verìjzere`Vaartijg met blik beslaan
Verkéèrde nummersDe minste vissers van de vloot
VernavendigUitzonderlijk – Bijzonder (ook wel Slordig)
VerráaidVerwaarloosd – Rommelig
Verrinnewaère`Ruïneren – Verwoesten
Verskòete`Verschoten – Geschrokken
Vertesterewaère`Vernielen
VerzáaidGeschrokken
VeùgelVogel
VeùlVeel
VeùrVoor
VictalieLevensmiddelen aan boord
VierlingVerkoopeenheid van spiering (27½ kg)
Vìjf’oeke`Zeesterren
VingertjeHoesje over een verwonde vinger
VisnamigGoed vissend – Visrijk
VlagWindvaan boven in de mast
VlèugelkuulKuil met uitgesneden boven- en onderzijde
VlintIjzeren punt aan vaarboom
VlusieVliesje
VójgelVogel
Vójr de wind om Gijpen
Vójr’ouwerLijn van voorschip naar uiteinde van de kwakboom
Vójr’ooskotVoorschot van de bun
VójrtouwTouw van voorsteven via kuilhout naar dwarskuil
VorrikVork
vrèumde lui mensen van buiten Volendam
vromterug
vrakWak – Open plek
Vrijë mèidVrijster
 
W
WaaiWei (vloeistof die overblijft van de melk waar uit kaas is gemaakt. De overgebleven vetten vormen de grondstof voor weiboter)
Waai-butterWeiboter (Zie: Koppies butter)
WáantWant (vuist-handschoen / Viswant – Visnetten
WaègHoekplaats in een bedstede onder een schuin dak (in de waèg)
WántdrèggetjeDreggetje voor het opvissen van gebroken hoekwant
WáperikAfwaswater (door het ontbreken van waterleiding was tot ±1920 schoon water dikwijls schaars.Veel werd er afgewassen in een stenen Jacobijns potje. Het vervuilde water werd "waperik" genoemd)
Warskip – Te warskipWaardschap – Logeren – Uit logeren gaan
WaszeWaren
WedNaad tussen boven- en onderzijde van een kuil
Wedde`Boven- en onderzijde van een kuil aan elkaar steken
Weddraède`Verterkingsdraden in de wed van een kuilnet
WedmaskMaas langs één van de kanten van een kuilnet
WéerusNogmaals – Opnieuw
WégeringPlank in grote Volendamse botter; boven langs de poten van de deken
WégeringetjePlank in grote Volendamse botter; onder langs de spanten van het achterschip
WeggoiwáantHoekwant voor eenmalig gebruik
WèikWeke, zachte grond
Wèik op ‘t ‘ardDun laagje slib op harde zandgrond
WéustGeweest
wetwat ; iets
Wét zè jeHoe vind je … (die of dat)
WierWerd
Wit’emdZwart-wit geborduurd hemd met zilveren muntvormig knopen (tot ± 1920 gedragen door jongens wanneer ze in de kerk werden aangenomen)
’n wiggie100 pond
Winddroogd skartjeZie: Droogd skartje
Wind op’t tassieTegenwind
Wit wáterZie: Dik water
WòenderkuulDoor twee botters voortgesleept kuilnet
WorpGreep van 4 haringen (Zie: Tal)
WorreWorden – Geworden
Wurremetoeke`Vissen met wormen geaasd hoekwant
 
Woordenboekje
NederlandsVolendamsTypeBewerken
'n knap persoon 'n béèld woordVerbeteren
'recht door zee Zoh krom as 'n oepel woordVerbeteren
1 ien woordVerbeteren
10 tien woordVerbeteren
100 ondert woordVerbeteren
1000 deuzend woordVerbeteren
11 ellef woordVerbeteren
12 twaolf woordVerbeteren
13 Dartien woordVerbeteren
15 vèìftien woordVerbeteren
16 zestien woordVerbeteren
17 zeuventien woordVerbeteren
18 achttien woordVerbeteren
19 neùgentien woordVerbeteren
2 twai woordVerbeteren
20 twintig woordVerbeteren
3 Drie woordVerbeteren
30 dartig woordVerbeteren
4 Vier woordVerbeteren
40 vurtig woordVerbeteren
5 vèìf woordVerbeteren
50 vaitig woordVerbeteren
6 Zes woordVerbeteren
60 zestig woordVerbeteren
7 Zeuve woordVerbeteren
70 zeùventig woordVerbeteren
8 aacht woordVerbeteren
80 tachetig woordVerbeteren
9 neùge woordVerbeteren
90 neùgetig woordVerbeteren
aalroken ajlrôke woordVerbeteren
aan an woordVerbeteren
aanrecht regtbank woordVerbeteren
Aardappel Airappel woordVerbeteren
aardbei aarebaai woordVerbeteren
acht aacht woordVerbeteren
afgeleverd ofleujvurt woordVerbeteren
Alleen allien woordVerbeteren
alleen alliendug woordVerbeteren
Alleen inkelt woordVerbeteren
Allemaal allegàor woordVerbeteren
allemaal allegoar woordVerbeteren
als as woordVerbeteren
anders aors woordVerbeteren
azijn eek woordVerbeteren
bedorven ouwebakke woordVerbeteren
been bien woordVerbeteren
beestenwerk baistewerk woordVerbeteren
ben bin woordVerbeteren
benen biene woordVerbeteren
beugel begel woordVerbeteren
bevriend zijn met moas doen met woordVerbeteren
bibliotheek biebeletoik woordVerbeteren
Bijna Temet woordVerbeteren
boodschappen boeskippe woordVerbeteren
borreltje assebassie woordVerbeteren
boter butter woordVerbeteren
Boterham plak bol woordVerbeteren
broodje, kadet flip woordVerbeteren
Brutaal gaalbrutoal woordVerbeteren
chocolade sukkeloa woordVerbeteren
communicantje mie-anneuimeling woordVerbeteren
dat wil ik ook wel hebbenmoe'kòòk èhgezegdeVerbeteren
dat wil ik ook wel hebbenmoe'kòòk èhgezegdeVerbeteren
denken dinke woordVerbeteren
dit dut woordVerbeteren
Dronken 't jak an woordVerbeteren
druk drok woordVerbeteren
eau de cologne ( 4911) parkemot woordVerbeteren
Edam Aidam woordVerbeteren
een ien woordVerbeteren
een dom figuur 'n blaai woordVerbeteren
eend puul woordVerbeteren
eenden pule woordVerbeteren
eendenhokken pule-okke woordVerbeteren
eerlijke airlijke woordVerbeteren
ei aai woordVerbeteren
ei aaj woordVerbeteren
eigenaar eigenoar woordVerbeteren
ellende meemaken bedakke woordVerbeteren
eng skril woordVerbeteren
erg lekker ejmels woordVerbeteren
Ergens zin in hebben Stigt woordVerbeteren
familie èige'volk woordVerbeteren
gapen gàipe woordVerbeteren
garnaal garn woordVerbeteren
garnalen garrene woordVerbeteren
gedaan daan woordVerbeteren
gedacht docht woordVerbeteren
gedoe doenedoassie woordVerbeteren
geen gien woordVerbeteren
geen een gienien woordVerbeteren
geluksvogel bolle bof woordVerbeteren
gemeen gemien woordVerbeteren
gevonden voende woordVerbeteren
Gezegd Záad woordVerbeteren
Gezegd Zèid woordVerbeteren
gezellige Volendammer dagbedakke daggezegdeVerbeteren
goeie maatjes van elkaar imme gat, ùt me gat woordVerbeteren
heb jij nog... e jej nag... woordVerbeteren
hebben èwwe woordVerbeteren
heeft et woordVerbeteren
heel erg (bijv. lekker) gaal (lekker) woordVerbeteren
heeroom airoom woordVerbeteren
helemaalailegoarbeginVerbeteren
hengel engel woordVerbeteren
hoe heb jij je ei? oe èh jej je aai? woordVerbeteren
hoe heb jij je ei? oe ejej je aai woordVerbeteren
Hoe wil jij je ei? Oe è jii jaai woordVerbeteren
honderd oendert woordVerbeteren
hoofdpijn òftpèn woordVerbeteren
ieder moet voor zichzelf zorgeniederien zaalt ze aige mast oeverboordgezegdeVerbeteren
ijsje bochelenkakkoóijebeginVerbeteren
ja joa woordVerbeteren
jaar jair woordVerbeteren
jammer soende woordVerbeteren
jammer zoende woordVerbeteren
jan in de zak broeder woordVerbeteren
je bent gek je binne gek woordVerbeteren
jeugtpuisje flaches agyes woordVerbeteren
jeuken jukke woordVerbeteren
jongen jaapie woordVerbeteren
jus doop woordVerbeteren
kaas kais woordVerbeteren
kadetje flip woordVerbeteren
kijk eens aan! kik er es an er es effetjes woordVerbeteren
kijk je uitgif erg oorgezegdeVerbeteren
klomp uster woordVerbeteren
klompen usters woordVerbeteren
knieén kniebolle woordVerbeteren
koekje koèkie woordVerbeteren
koffie koppie woordVerbeteren
kom snel kò gank woordVerbeteren
kop en schotel koppie in bakkie woordVerbeteren
krijgen krègge woordVerbeteren
ladder/trap lair woordVerbeteren
langs langes woordVerbeteren
Lelijk Persoon appetriater woordVerbeteren
lenen liene woordVerbeteren
luier slord woordVerbeteren
maar moar woordVerbeteren
meel moil woordVerbeteren
meemaken (meestal negatief) bedakke woordVerbeteren
meester maister woordVerbeteren
meeuw muuw woordVerbeteren
Meid Máad woordVerbeteren
meisjemaasiebevatVerbeteren
mensen van buiten volendam jas woordVerbeteren
met mit woordVerbeteren
mijn mèn woordVerbeteren
misschien meskien woordVerbeteren
moeder van moeders kant bes woordVerbeteren
muggebeet jukbonk woordVerbeteren
naar nair woordVerbeteren
naar bed gaan we gan erop woordVerbeteren
nee naai woordVerbeteren
Nee naidùt woordVerbeteren
netjes knap woordVerbeteren
nog nàg woordVerbeteren
oma ooitje woordVerbeteren
onaangepaste rasvolendammerkoentgezegdeVerbeteren
ondermaatse aal lange dunne woordVerbeteren
ondersoek oenderzoek woordVerbeteren
onderzoek oenderzoek woordVerbeteren
ontbijtkoek dikker woordVerbeteren
onwaarschijnlijk onwairskénlik woordVerbeteren
opa bap woordVerbeteren
opgeborgen opborrege woordVerbeteren
oprotten! opkutte! woordVerbeteren
oudbakken ouwebakke woordVerbeteren
paardestaart pairdestaert woordVerbeteren
pannekoek boffer woordVerbeteren
pas op dat je niet verdrinktas je verzûpe, vermoor ik je!gezegdeVerbeteren
passant veujrbeíjganger woordVerbeteren
pepernoten moppies woordVerbeteren
pijn piin woordVerbeteren
plat vergiet voor vis gortemetiel woordVerbeteren
poffertjes bolle buisies woordVerbeteren
Politie pelisie woordVerbeteren
politie plietsie woordVerbeteren
politieagent diender woordVerbeteren
recht door zee zoh krom as n oepel woordVerbeteren
reis raas woordVerbeteren
schaar skèr woordVerbeteren
scheenbeen skoinbien woordVerbeteren
scheutje guffie woordVerbeteren
schiet op maak of woordVerbeteren
schommel skoppel woordVerbeteren
school skoal woordVerbeteren
schoonfamilie koue kaant woordVerbeteren
schoonzuster snoartje woordVerbeteren
schouder skoer woordVerbeteren
schrijven skrèvve woordVerbeteren
smeerpoets kladdegat woordVerbeteren
snel gank woordVerbeteren
snoep slik woordVerbeteren
speen nun woordVerbeteren
spekulaas spikkelao woordVerbeteren
spukulaas spikkelao woordVerbeteren
straks demmee woordVerbeteren
stuk stikkend woordVerbeteren
stukje brokkie woordVerbeteren
stukmaken van ijs op de sloot kakooien woordVerbeteren
teen toôn woordVerbeteren
terug vrom woordVerbeteren
terug gaan vrom gan woordVerbeteren
trots groosk woordVerbeteren
uitslover begaafd'eid woordVerbeteren
vader voader woordVerbeteren
van haar van oir woordVerbeteren
van hem van im woordVerbeteren
van hem van im / imze woordVerbeteren
Veel Veùl woordVerbeteren
veel veujl woordVerbeteren
veertien viertien woordVerbeteren
veilig valig woordVerbeteren
Verbeelding Stos woordVerbeteren
Verleden Vergange` woordVerbeteren
verschil moet er zijnje ebbe apostele en BunskoetersgezegdeVerbeteren
vingen vonge woordVerbeteren
visser groenkous woordVerbeteren
vond voent woordVerbeteren
Voor Veùr woordVerbeteren
vrouw mins woordVerbeteren
waardeloos somaerwet woordVerbeteren
Wat een toestand Zò’n zoèdje woordVerbeteren
wat voor een oen woordVerbeteren
welke welukke woordVerbeteren
welnee nounainunt woordVerbeteren
welterusten genacht woordVerbeteren
werd wier woordVerbeteren
woensdagavond woenesdagaivunt woordVerbeteren
zeer zehr woordVerbeteren
Zeggen Zègge` woordVerbeteren
zeil zaal woordVerbeteren
Zichzelf Ze èige woordVerbeteren
zo'n zokkene woordVerbeteren
zweetsokken zwait sokke woordVerbeteren
Zwemmen Zwumme` woordVerbeteren
 
Z
ZáadGezegd
’n ZáakieIets bijzonders
ZachiesanGeleidelijk
ZaddingZakding (Snuisterij voor meisjes)
ZangerigZeurderige pijn
ZéèrPijn
Ze èigeZichzelf
Zègge`Zeggen
ZèidGezegd
ZèilevalsblokBovenste blok van het zeileval
ZìjdoèkZwarte zijden shawltje dat strak opgerold door de man wordt gedragen
Zoènder tut of kéèrZonder ophouden
ZoètjeVolendamse vismaaltijd
ZokkeneZulke
Zò’n zoèdjeWat een toestand
ZoutboekNotitieboek voor het zoutverbruik
ZulbakStortplaats voor visafval
ZullieZe (bijv. ‘ze zeggen’)
ZwaaiStalen hoek van 45° (timmermansgereedschap)
Zwarte rokZwarte plooirok, die na 1945 de blauwe plooirok verdrong
Zwumme`Zwemmen
 

Wie is online?

We hebben 568 gasten online

Powered by Colani. Designed by: Free Joomla 1.5 Template, ftp manager. Valid XHTML and CSS.